30 Spaanse woorden die je doen klinken als een native speaker

Quickly maximize timely deliverables for real-time schemas. Dramatically maintain clicks-and-mortar solutions without functional solutions. Holisticly predominate extensible testing procedures for reliable supply chains. Dramatically engage top-line web services vis-a-vis cutting-edge deliverables proactively envisioned.

30 Spaanse woorden die je doen klinken als een native speaker

Wil je je Spaans naar een hoger niveau tillen en klinken als een native speaker? Het integreren van specifieke woorden in je vocabulaire kan een groot verschil maken. Hier zijn 30 Spaanse woorden die je zullen helpen die authentieke flair te bereiken:

  1. Chévere: Cool of fantastisch.
  2. Madrugar: Vroeg opstaan.
  3. Sobremesa: De tijd na het eten waarin je aan tafel blijft zitten praten.
  4. Antojo: Een plotselinge hunkering of verlangen.
  5. Tutear: Iemand informeel aanspreken met ’tú’.
  6. Empalagar: Overweldigd zijn door iets dat te zoet of te sentimenteel is.
  7. Friolento: Iemand die het snel koud heeft.
  8. Estrenar: Iets voor de eerste keer gebruiken.
  9. Desvelado: Niet kunnen slapen of wakker liggen.
  10. Merienda: Een lichte maaltijd in de late namiddag.
  11. Quincena: Een periode van vijftien dagen of twee weken.
  12. Te quiero: Een manier om affectie te tonen, minder intens dan ’te amo’.
  13. Soler: De gewoonte hebben om iets te doen.
  14. Estadounidense: Iemand uit de Verenigde Staten.
  15. Anteayer: Eergisteren.
  16. Despistado: Afgeleid of verstrooid.
  17. Pena ajena: Verlegenheid voelen voor iemand anders.
  18. Sobrio: Nuchter.
  19. Tiquismiquis: Kieskeurig of pietluttig.
  20. Botellón: Een sociale bijeenkomst waarbij mensen op straat alcohol drinken.
  21. Guay: Cool of geweldig.
  22. Amigovio: Een mix tussen een vriend en een romantische partner.
  23. Achuchar: Knuffelen of omhelzen.
  24. Empollar: Intensief studeren, vooral vlak voor een examen.
  25. Hartarse: Genoeg van iets hebben of moe zijn van iets.
  26. Madrileño: Iemand uit Madrid.
  27. Puentear: Een brugdag nemen.
  28. Recogerse: Naar huis gaan of zich terugtrekken.
  29. Siesta: Een middagdutje.
  30. Tertulia: Een informele bijeenkomst of sociaal gesprek.

Door deze woorden te gebruiken in je dagelijkse Spaanse gesprekken, laat je zien dat je meer bent dan een basisgebruiker van de taal. Ze kunnen je helpen om te integreren in Spaanstalige gemeenschappen en je taalvaardigheid op een natuurlijke manier te verbeteren.

Voor meer inzichten in de Spaanse taal en cultuur, bekijk onze lessen op priveles-spaans.nl.

Over mij

Jiannina is een docente Spaans met meer dan 10 jaar ervaring in het lesgeven van Spaans aan studenten van alle niveaus. Ze biedt gepersonaliseerde en dynamische lessen aan die zijn aangepast aan de behoeften en interesses van haar studenten.

Contact
Kievitlaan 8, Hoevelaken
Ma - Do 9:00 - 14:00 | 19:00 - 21:30
Nieuwsbrief